Doel van het project:
Transporteurs voeren transport veelal uit in netwerkritten,
waardoor verduurzaming afhankelijk is van de wensen van meerdere klanten. Het
samenbrengen van verladers kan helpen om voldoende massa te creëren en transporteurs
te bewegen te investeren in schonere voertuigen. Voordat dit vraagstuk opgepakt
kan worden, is het van belang om eerst te identificeren wat de achterliggende
redenen zijn van een transporteur om wel of niet te investeren in schonere
voertuigen. Dit project is dus bedoeld om antwoord te krijgen op de volgende
vraag: Welke mogelijkheden zijn er voor de inzet van schone vrachtauto’s op
netwerkritten?
Inhoud van het project:
In dit project zijn gesprekken gevoerd met een vervoerder om
kansen en belemmeringen van zero-emissie-transport in kaart te brengen. Ook is
een bijeenkomst georganiseerd om verladers en vervoerders gezamenlijk te laten
nadenken over een businessmodel/plan van aanpak op weg naar
zero-emissie-transport. Aan deze vervoerders en verladers is een samenwerkingsstructuur
voorgesteld, waarbij zij vervolgens kansen, bottlenecks en aanbevelingen hebben
benoemd. De inzichten uit de gesprekken met deze stakeholders zijn vervolgens
geanalyseerd en verwerkt in een eindrapportage.
Resultaat van het project:
De hoofdconclusie van het eindrapport is dat de inzet van
ZE-vrachtauto’s op netwerkritten niet realistisch is op korte termijn. Dit ligt
niet zozeer aan de beperkte actieradius, maar meer aan de laadinfrastructuur.
Die is momenteel onvoldoende om de ZE-vrachtauto’s, waarvan verwacht wordt dat
deze voornamelijk batterij-elektrisch worden aangedreven, van voldoende energie
te voorzien. Dat wil niet zeggen dat er nu geen stappen gezet kunnen worden om
op de langere termijn wel tot inzet van ZE-vrachtauto’s op netwerkritten te
komen. Er moet eerst op kleine schaal gestart worden met de inzet van ZE-vrachtauto’s.
Van daaruit kan er verder uitgebouwd worden en wordt de basis gelegd voor de
benodigde laadinfrastructuur.