De Topsector Logistiek voert binnen het Innovatieprogramma Schoon en Emissieloos Bouwen het onderdeel Bouwlogistiek en Mobiele Werktuigen uit. Vanuit dit programma is Movares gevraagd om te onderzoeken hoe groot de extra elektriciteitsvraag van mobiele werktuigen op de bouwplaats zal zijn in 2030 en welke ontwikkelingen hier invloed op hebben. Deze Outlook onderzoekt middels drie scenario’s de elektriciteitsvraag in 2030 indien alle mobiele werktuigen worden geëlektrificeerd of grotendeels worden geëlektrificeerd.
Doel van het project:
De Outlook is opgesteld met als doel om inzicht te krijgen in de elektriciteitsvraag van mobiele werktuigen op de bouwplaats in 2030 indien 100% van de mobiele werktuigen wordt geëlektrificeerd in 2030. Daarnaast bekijken we in deze Outlook nog twee andere, meer realistische, scenario’s die verschillen in mate van elektrificatie van mobiele werktuigen. De Outlook geeft meer inzicht in de toekomstige uitdagingen met betrekking tot de toename van de vermogensvraag op de bouwplaats.
Inhoud van het project:
De scenarioberekeningen zijn gedaan op basis van een top-down en bottom-up methode, om de groei in elektriciteitsvraag van verschillende kanten te benaderen en zo de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten. Daarnaast zijn interviews uitgevoerd met aannemers, leveranciers van bouwmaterieel en kennisinstellingen om de top-down en bottom-up methoden continue te voeden met nieuwe en relevante informatie uit de praktijk. Er wordt in dit onderzoek gekeken naar de woningbouw en renovatie, wat valt onder de Burgerlijke en Utiliteitsbouw (B&U) en Grond-, Weg en Waterbouw (GWW). Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in verschillende projectgroottes, binnen- en buitenstedelijke projecten en worden hoeveelheid en type mobiele werktuigen meegenomen.
Resultaat van het project:
In deze Outlook is een bandbreedte voor de verwachte elektriciteitsvraag van mobiele werktuigen vastgesteld tussen de 3,95 en 6,28 Terawattuur (hierna TWh1) indien 100% van de mobiele werktuigen elektrisch zou worden ingezet op de bouwplaats in 2030 (scenario 1). Op basis van de huidige elektriciteitsvraag van mobiele werktuigen in de Nieuwbouw, Renovatie en GWW-sector van 0,18 TWh, betekent dit een groei tussen de 2096% en 3389% in de periode van 2021 tot en met 2030. De elektriciteitsvraag van mobiele werktuigen zou in dat geval stijgen van 0,1% tot ongeveer 3-4% van de (huidige) landelijke elektriciteitsvraag. Op basis van de bottom-up benadering is ook de groei in elektriciteitsvraag van mobiele werktuigen tussen 2021 en 2030 berekend voor de andere twee scenario’s. Dit bedraagt een groei van 703% indien alleen het grote materieel in 2030 niet elektrisch draait op de bouwplaats (scenario 2) en 56% indien alleen het mini en klein materieel zouden worden geëlektrificeerd (scenario 3). Ook is in de bottom-up methode vastgesteld dat het middelgroot en het grote materieel de grootste impact hebben op de elektriciteitsvraag.
Wanneer het mini (tot 19 kW), klein (19-56 kW) en middelgroot (56-130 kW) materieel is geëlektrificeerd in 2030, maar grote mobiele werktuigen (130-560 kW) niet, kost dit naar schatting 63% minder elektriciteit ten opzichte van het scenario waarin alle mobiele werktuigen elektrisch zijn. Wanneer ook het middelgroot materieel nog op fossiele brandstoffen draait, gaat het om 93% minder elektriciteit dan bij een 100% elektrische vloot.