Op maandagmiddag 3 juli 2017 organiseerden de Topsector Logistiek en Connekt in samenwerking met Nyenrode de Topclass bouwlogistiek en ketensamenwerking. Circa 20 senior managers namen deel, met elkaar vormden zij een brede afspiegeling van de spelers in de bouwketen.De aanleiding was kort en bondig als volgt. Er wordt in proeftuinen volop geëxperimenteerd met toepassing van slimme bouwlogistiek (hub’s, bouwticketsystemen, vervoer over water etc.). Zonder uitzondering laten deze proeftuinen goede resultaten zien, zowel in maatschappelijke zin (sterk verlaagde CO2 uitstoot, veel minder verkeersbewegingen, verhoogde veiligheid) als in financiële zin (fors verhoogde ketenbrede efficiency, sterk kortere bouwtijden etc.). De vraag die centraal stond was derhalve: als de resultaten zo aansprekend zijn, waarom worden de beproefde methoden dan niet ‘als vanzelf’ structureel in de binnenstedelijke praktijk toegepast?
Om hier de vinger achter te krijgen gaf eerst Herman Wagter (programmamanager Topsector Logistiek) een korte inkijk in de betekenis van bouwverkeer in de stad voor het milieu. Tot 40% van de vrachtkilometers zijn van de bouw. Om de Parijs doelstellingen te halen zal de uitstoot tot een factor 6 moeten worden gereduceerd. En dus ook binnen de bouw die na winkelbelevering de grootste transporteur binnen de stadsgrenzen is. Daarna ging Ron Frazer (directeur VolkerWessels Materiaaldiensten) in op de opgedane ervaringen met slimme bouwlogistiek voor het project de Trip in Utrecht. Dit project is uitgevoerd samen met andere VolkerWessels bedrijven, TNO en de Hogescholen van Utrecht en Rotterdam. De resultaten zijn zeer aansprekend. Tegelijk nam Ron de bijeenkomst mee in de gang van zaken van de dagelijkse praktijk. Begrippen als samenwerking, transparantie, cultuur, dingen anders doen over meerdere projecten heen worden dan benadrukt. Kortom: een structurele verankering van slimme bouwlogistiek vraagt om een ketenbrede benadering.
Prof. Jack van der Veen (Nyenrode) nam vervolgens het heft over en ging in op de essenties van ketensamenwerking en hoe binnen ketens tot structurele veranderingen kan worden gekomen. En wat de valkuilen daarbij zijn. Hij gaf daarbij op zeer inspirerende wijze vele handreikingen en modellen die in de praktijk kunnen worden toegepast. De belangrijkste daarbij is dat, om structureel ketens te veranderen, drie invalshoeken wezenlijk zijn: strategie op bedrijfsniveau, infrastructuur (procesgerichte ‘horizontale’ organisatie inrichting) en mindset & gedrag.
Aan de hand van een aantal stellingen is vervolgens verkend wat nodig is om slimme binnenstedelijke bouwlogistiek structureel verankerd te krijgen in de dagelijkse praktijk. De belangrijkste conclusies die worden getrokken waren de volgende. De markt wordt steeds transparanter, de druk op de sector om tot betere prestaties te leveren neemt daardoor toe. De urgentie om (ook) met logistieke optimalisatie aan de slag te gaan wordt daartoe steeds belangrijker (zeker in de binnenstedelijke bouw). De gehele professionalisering van de bouwsector gaat niet alleen over het aanbieden van nieuwe duurzame producten (concepten) maar ook over nieuwe samenwerkingsvormen die dergelijke concepten ook betaalbaar en haalbaar maken. Dus professionaliseren is een absolute must om op termijn nog mee te kunnen doen. De proeftuinen waarbij de mix tussen theorie en praktijk wordt overbrugd is een mooie win-win voor zowel de sector als de wetenschap. Hierbij kan men elkaar verder helpen door onderzoek, data-analyse en publicaties te doen over de resultaten. Omstandigheden veranderen dus de sectoren Bouw en Logistiek moet ook veranderen. En daar ligt voor de bouwsector nog een forse (veranderkundige) opgave.
Deze sessie was de opmaat naar meerdere sessies rond dit thema. Die zullen te zijner tijd worden bekend gemaakt.
Voor vragen en opmerkingen: René Postulart, Programmamanager Bouwlogistiek Connekt/Topsector Logistiek (postulart@connekt.nl) of Marcel Noordhuis (m.noordhuis@nyenrode.nl)