Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu – mede namens de Minister van Economische Zaken Henk Kamp -, de vijf Nederlandse zeehavens, het zeehavenbedrijfsleven en het Topteam/Strategisch Platform Logistiek hebben eind juni een gezamenlijk werkprogramma getekend.
In dit werkprogramma staan, naast de prioriteiten voor de Nederlandse zeehavens tot eind 2016, ook tien concrete acties voor het Rijk en tien voor zeehavens en bedrijfsleven. Hiermee willen de partijen de positie van de Nederlandse zeehavens versterken. Versterking is nodig, omdat de keuze van verladers en investeerders voor de Nederlandse zeehavens niet meer vanzelfsprekend is. De slag om de lading is hevig en de gevolgen van de economische dip zijn goed voelbaar. In Noordwest-Europa dreigt overcapaciteit in de raffinagesector en bij containerterminals. Zeehavens in buurlanden ontvangen daarnaast staatssteun, waardoor de concurrentiepositie van de Nederlandse havens onder druk staat.
Goede verbindingen
‘Dit werkprogramma moet ervoor zorgen dat onze positie binnen Europa sterker wordt’, zegt Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam. ‘Terecht focust het programma daarom op gelijke regels voor alle havens in Europa, op bereikbaarheid, op duurzaamheid en innovatie.’ Timo Huges van het Topteam/Strategisch Platform Logistiek vindt dat goede verbindingen met het achterland bepalend zijn voor de Europese concurrentiepositie van de Nederlandse havens. ‘Het is dan ook terecht dat de kwaliteit van die verbindingen, met name het spoor, een essentieel onderdeel vormt van het werkprogramma voor de komende jaren.’
Lef
Minister Schultz is blij dat het eerste werkprogramma er ligt. ‘Het was een spannend proces’, vertelt ze. ‘Gelukkig ligt er nu een stevig en realistisch programma. Bovendien zijn de belangen soms verschillend, omdat het niet vanzelfsprekend is dat je als concurrenten rond de tafel gaat zitten. Dat getuigt van lef.’