Mens en robot werken steeds intensiever samen in magazijnen. Denk aan automated guided vehicles (AGV’s) die tussen orderpickers bewegen. Of flexibele robots (cobots) die naast medewerkers worden ingezet om pallets te beladen of in te pakken. Wat dit doet met de werkbelasting van magazijnmedewerkers en de aantrekkelijkheid van hun functie wordt echter niet zo zeer beïnvloed door de robot zelf, maar meer door keuzes van het management. Dit is één van de inzichten van recent onderzoek naar de inzet van robots in magazijnen en de gevolgen hiervan voor medewerkers.
Wat betekenen robots in magazijnen voor de inhoud van het werk, werkomstandigheden en benodigde compententies van magazijnmedewerkers? Wat zijn effectieve manieren om mens en robots samen te laten werken? En hoe kunnen bedrijven bij robotiseren vroegtijdig rekening houden met de gevolgen voor de medewerker? Deze vragen staan centraal in het onderzoek dat in opdracht van TKI Dinalog is gedaan. De focus ligt op het gebruik van specifieke robotvormen: pick-support AGV’s en flexibele robots.
Leidinggevenden bepalen effecten
Uit het onderzoek blijkt dat flexibele robots die repeterende taken wegnemen niet automatisch leiden tot beter werk voor de magazijnmedewerker. Waar taken worden overgenomen, krijgt de medewerker er nieuwe taken bij. Deze taakverschuiving is niet inherent aan de cobot, maar wordt bepaald door leidinggevenden. Zij bepalen dus in hoge mate de effecten van cobots op medewerkers. Goods-to-person (G2P) systemen blijken zowel kansen als bedreigingen voor medewerkers met zich mee te kunnen brengen. Daarom is het zaak deze vroegtijdig te onderkennen. Voor bedrijven is een leidraad ontwikkeld die per stap in de robotisering van magazijnprocessen antwoord geeft op de vraag hoe rekening te houden met menselijk kapitaal.
Orderpicken door robot en mens
De onderzoekers deden ook experimenten met orderpicking waarbij de medewerker of de pick-support AGV de leiding heeft. Hieruit blijkt het verschil tussen deze strategieën in performance en gedrag. Deze inzichten kunnen bedrijven gebruiken bij het ontwerpen en optimaliseren van pickstrategieën.
Affiniteit met techniek ontbreekt
Een andere constatering in het onderzoek is dat veel werkenden in de logistieke sector weinig affiniteit met techniek hebben. Die is echter wel nodig om met de steeds complexere omgeving mee te groeien. IT en supplychain zijn tegenwoordig nauw verweven en er is behoefte aan mensen die op beide vlakken vaardig zijn. Met de ontwikkeling van de nieuwe minor ‘Business, Logistics & Robotics’ speelt Fontys Hogescholen in op deze mismatch (zie bijlage 1 van het rapport).
Intensief samenwerken voor de toekomst
De digitalisering en robotisering gaat zich in de toekomst verder voltrekken. Tegelijkertijd zijn er nieuwe uitdagingen aan de orde, zoals klimaat, energie en vergrijzing naast de reeds bestaande globalisering. Technologie kan daarbij helpen en menselijk kapitaal blijft onmisbaar. Dit alles vraagt om een integrale benaderingswijze en intensieve samenwerking tussen bedrijven, opleidingen, technologieontwikkelaars en kennisinstellingen.
Nieuwe initiatieven
Het onderzoek is uitgevoerd door TNO, Erasmus University Rotterdam en Fontys Hogescholen. Naast deze kennisinstellingen zijn Smart Robotics, Robot Academie, Probotics, Stichting Logistica en Kennis DC Logistiek partner van het consortium. Mede door dit project ontstaan bij diverse consortiumpartners ideeën voor nieuwe producten en projecten. Een voorbeeld is het vervolgproject Sharehouse en een idee dat AGV’s een bijdrage kunnen leveren om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te kunnen zetten met behulp van een orderpickrobot en hier een prototype voor te ontwikkelen.
Neem voor meer informatie contact op met Kim Kranenborg van TNO.