Mogen wij u opnemen in ons bestand? Meld je hier aan.
zoeken

Aanmelden voor

‘Doelen topsectorenbeleid worden gehaald’

Aanmelden voor

‘Doelen topsectorenbeleid worden gehaald’

‘Doelen topsectorenbeleid worden gehaald’

31 maart 2016

Leestijd ± 3 minuten

Het gaat goed met het topsectorenbeleid. Doelen worden gehaald. Ook op het innovatieonderdeel, stellen VNO-NCW en MKB-Nederland, in tegenstelling tot de conclusies die het FD vandaag trekt. Zo wordt in kader van de TKI’s, het hart van het innovatiestuk van het topsectorenbeleid, de doelstelling om 800 miljoen euro publiek-private samenwerking op te halen, waarvan 40 procent private financiering, ruim gehaald. Dit is bovendien nog een aangescherpte doelstelling, merken VNO-NCW en MKB-Nederland op. De oorspronkelijk ambitie was om 500 miljoen euro en 40 procent privaat.

Voetballen zonder lijnen

Dat het bedrijfsleven in de afgelopen jaren steeds minder bijdraagt, klopt niet. Het FInancieele Dagblad toont een daling in de private bijdragen, na de eerste ronde innovatiecontracten. De situatie destijds was onduidelijk. Contractonderzoek werd wel opgevoerd, maar het was niet zeker of dit zou meetellen in de TKI-toeslag, die tegelijkertijd in de maak was. ‘Het bedrijfsleven was bezig met voetballen, terwijl de lijnen nog uitgezet moesten worden’, stellen de ondernemingsorganisaties. Dit is de verklaring voor de daling die het FD laat zien.

Private bijdragen gestegen

In de tweede ronde innovatiecontracten zijn met de kenniswereld afspraken gemaakt over de inzet van middelen en is de TKI (Topconsortia voor Kennis en Innovatie) duidelijker geworden. Volgens VNO-NCW en MKB-Nederland is het dan ook relevanter om nu te zien dat de private bijdragen in de nieuwste ronde innovatiecontracten zijn gestegen met bijna 200 miljoen euro. Dat is, op het totaal aantal bedrijven in Nederland dat aan R&D doet, ongeveer 20.000, een substantieel bedrag. VNO-NCW en MKB-Nederland stellen ook vast dat in sommige sectoren de groei aan private bijdrage minder hard gaat, omdat de overheid bezuinigt op toegepast onderzoek. Daar blijft dus privaat geld liggen, dat niet in Nederland maar elders ter wereld wordt geïnvesteerd.

Verschillen verklaarbaar

Natuurlijk zijn er wel verschillen tussen sectoren in de verhouding tussen private en publieke inzet van middelen. In de creatieve sector enerzijds zijn de private investeringen het laagst en in de topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) zijn de bedrijfsbijdragen het hoogst. Dat is heel verklaarbaar, stellen de ondernemingsorganisatie. Want het innovatiemodel in deze sectoren is totaal anders. Het gaat om harde R&D (onderzoek en ontwikkeling) met een private geldbijdrage van het bedrijfsleven. En dat past minder in het jasje van innovatie in sectoren als creatief en logistiek.
‘Ontwerpers en architecten hebben nu eenmaal minder behoefte aan gezamenlijk onderzoek dan een kapitaalintensief bedrijf als ASML’, verwoordt VVD-Kamerlid Michiel van Veen het treffend. Wel laten deze cijfers haarfijn zien dat we in Nederland relatief weinig publiek geld investeren in bètatechnisch onderzoek. Onlangs luidde de commissie Breimer daarover al de noodklok en sprak van een bètagat in onderzoek, aldus VNO-NCW en MKB-Nederland.

Topsectoren meer dan innovatiebeleid

Het uiteindelijke doel van het topsectorenbeleid is bijdragen aan het versterken van onze concurrentiekracht. ‘We moeten als land leidend zijn in de combinatie van welvaart, inclusieve groei en duurzaamheid.’ Dat moet de ambitie van Nederland zijn, schrijven VNO-NCW en MKB-Nederland aan de Tweede Kamer. Zo’n ambitie vraagt om innovatie, maar ook om een stevige exportbeleid, het opleiden van talent en het creëren van de juiste vestigingsplaatscondities. Het topsectorenbeleid gaat dus om veel meer dan alleen innovatiebeleid, aldus de ondernemingsorganisaties.
Het beleid ligt dus op koers maar dit betekent zeker niet dat het af is. In de bijdrage aan de hoorzitting geven VNO-NCW en MKB-Nederland daarvoor een aantal richtingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de noodzaak tot extra investeringen, een verdere vereenvoudiging meer ruimte voor fieldlabs en het beter betrekken van scale-ups.

Dit filmpje laat zien hoe de topsectoren het verschil maken.