Mogen wij u opnemen in ons bestand? Meld je hier aan.
zoeken

Aanmelden voor

De relevantie van logistiek in de Circulaire Economie

Aanmelden voor

De relevantie van logistiek in de Circulaire Economie

De transitie naar een circulaire economie, vereist dat we ketens opnieuw ontwerpen en nieuwe lessen moeten leren over het aansturen van circulaire waardenetwerken. In zo’n circulaire economie produceren we niet meer gewoon producten en bestellen daarvoor regelmatig grondstoffen. Nee, in een circulaire economie zijn producten en materialen in een complex geheel met elkaar verbonden. Naarmate meer grondstoffen voor onze producten als retourstromen uit de markt komen, veranderen businessmodellen significant.

De veranderingen in businessmodellen variëren van het identificeren van nieuwe waardenetwerken op basis van innovatieve samenwerkingsverbanden tot het voorspellen van retourstromen en de planning en coördinatie van productie- en transportactiviteiten. Daarom is logistiek zo relevant voor de transitie naar een circulaire economie. Vandaar dat TKI Dinalog een voortrekkersrol pakt in onderzoek en innovatie om deze transitie te ondersteunen.

Inhoudsopgave

De logistieke paradox in de circulaire economie
De actor en het systeem
Gegevens, indicatoren en transparantie
De sociale kant van de circulaire economiee
Dus, de paradox en meer
Daarom: onderzoek en innovatie



De logistieke paradox in de circulaire economie

Het wordt het steeds belangrijker om producten en reststromen apart in te zamelen om ervoor te zorgen dat deze op een efficiënte en verantwoorde manier verwerkt kunnen worden. Dit is ook de ervaring van PreZero geeft Iwan te Winkel, directeur Collection & Operations bij PreZero Nederland, aan.

Bedrijfsafval is een goed voorbeeld. Je kunt sinaasappelschillen, koffiedik, plastic of koffiebekers apart inzamelen, maar dan is het de vraag hoe dit logistiek het beste georganiseerd kan worden. Is het bijvoorbeeld handig om hiervoor aparte logistiek op te tuigen of kan dit op een goede manier gecombineerd worden?

Daarnaast zien we ook telkens meer producenten en startups die specifieke producten en reststromen uit de markt terug halen. Aan de ene kant is dit het gevolg van een sectoren met een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) die ervoor zorgt dat een producent het eigen product terug wil. Aan de andere kant is dit het gevolg van nieuwe businessmodellen rond het verwaarden van specifieke reststromen.

De paradox: collectief versus individueel

In de kern vraagt een circulaire economie om zuivere reststromen, om daarmee hoogwaardig hergebruik van producten (‘reuse’) of materialen (‘recycle’) mogelijk te maken. Om dit mogelijk te maken zoekt iedereen naar een betaalbaar logistiek systeem. Hierin worden aan de ene kant zelfs de kleinste reststromen apart behandeld, terwijl we ook op zoek zijn naar efficiëntie door opschalen, combineren en/of samenwerken. Dit noemt Iwan te Winkel ‘de logistieke paradox van de circulaire economie’ en is de uitdaging waar hij dagelijks mee bezig is.

Deze logistieke paradox valt uiteen in drie uitdagingen; namelijk die van de actor versus het systeem, gegevens, indicatoren en transparantie, en de sociale kant van de circulaire economie.



De actor versus het systeem

Bovenstaande schets van goederenstromen in een circulaire economie laat zien dat er vanuit elke mogelijke restroom een logistieke vraag ontstaat, waarvoor momenteel ook vaak apart een logistieke oplossing gezocht wordt door de betrokken actoren in hun eigen sector. Voor een logistiek systeem dat in alle opzichten duurzaam is, is het echter van belang om niet alleen vanuit de actoren te denken, maar ook vanuit het hele systeem waarin ze acteren. Het is van belang om synergiën te identificeren, samenwerkingen te zoeken en logistiek efficiënt in te richten. De uitdaging is om voor de gefragmenteerde logistieke behoeftes van individuele actoren een effectief en efficiënt logistiek systeem in te richten.

De uitdaging die veel bedrijven die al circulair actief zijn hierin ervaren is om hun initiatief op te schalen en daarmee spelers van betekenis in de gehele markt te worden.



Gegevens, indicatoren en transparantie

Met het oog op nationale en internationale circulariteitsdoelen is het van belang om inzicht te krijgen in hoe circulair we nu eigenlijk zijn. Welk percentage van gebruikte materialen is op basis van hergebruik? Welk deel van de afgedankte kleding of elektronica vindt een weg naar een tweede level? Voor welk deel lukt dat na een reparatie- of remanufacturingsproces. Welk deel wordt er in ieder geval nog gerecycled?

Dit zijn vragen die we eigenlijk moeten kunnen beantwoorden voor verschillende productgroepen om op basis hiervan actie te ondernemen of beleid te ontwikkelen. Zonder een goede nulmeting is het moeilijk om over doelen te praten voor 2030 of 2050. In verschillende sectoren en/of bedrijven lijken er initiatieven te zijn om indicatoren te ontwikkelen, maar een zekere uniformiteit zou van belang zijn.

Daarnaast is eigenaarschap van de onderliggende data een grote uitdaging: vaak wordt de data als concurrentiegevoelig ervaren en niet gedeeld. Dit geldt overigens niet alleen voor onze circulaire toekomst, maar is nu ook al vaak een prangend vraagstuk. Het ligt voor de hand dat oplossingen die in ontwikkeling zijn ook voor circulaire initiatieven bruikbaar zijn.



De sociale kant van de circulaire economie

De transitie naar een circulaire economie is duidelijk een uitdaging voor de komende decennia. Maar de manier waarop we deze transitie ingaan heeft vele maatschappelijke en socio-economische gevolgen. Als kledingzaken een transitie maken naar meer circulaire businessmodellen komen er bijvoorbeeld minder kledingstukken in de kringloopwinkels, waardoor een deel van de bevolking minder toegang heeft tot een betaalbaar alternatief voor nieuwe kleding. Eenzelfde ontwikkeling zien we in voedselketens, waar bijvoorbeeld supermarktketens telkens beter worden in het verminderen van voedselverspilling. Dit betekent dat weer dat voedselbanken het aantal donaties zien dalen, terwijl ze aan de andere kant de vraag naar voedselhulp zien stijgen.

In het algemeen geldt dat we er zorg voor moeten dragen dat de stappen richting circulariteit geen ongewenste socio-economische bijwerkingen heeft, maar misschien zelfs gelijktijdig hier ook een positieve ontwikkeling kan opleveren.



Dus, de paradox en meer

Het is duidelijk dat logistiek vanuit dit perspectief een belangrijke rol speelt in (de transitie naar) een circulaire economie. De logistieke paradox is hier een belangrijke component van. Tijdens de 2023-editie van de Nationale Conferentie van de Circulaire Economie werd weer duidelijk dat er nog flink werk aan de winkel is om de logistieke uitdagingen aan te pakken.

De relevantie van en noodzaak om vroegtijdig na te denken over nieuwe logistieke concepten voor de circulaire economie gaan verder dan deze paradox. Zo zijn er vraagstukken over de voorspelbaarheid, betrouwbaarheid en effectiviteit van de aanvoer van grondstoffen en logistieke aspecten die horen bij servitization en de andere tredes op de R-ladder: Repair, Refurbish, Remanufacture en Repurpose. Ook hier spelen vraagstukken over bijvoorbeeld opschaling en bevoorrading. Dit raakt de kern van wat logistiek is en betekent.



Daarom: onderzoek en innovatie

Vandaar dat TKI Dinalog samen met haar netwerkpartners sterk inzet op onderzoek en innovatie. In een recente financieringsronde in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werden een aantal projecten toegekend aan consortia die de komende jaren verder in deze problematiek duiken. LINCIT, een project rond circulaire bedrijfsecosystemen (onder aanvoering van TU/e) en LogiCELL, een project gericht op de logistieke principes en grondvormen die nodig zijn voor een circulaire economie (getrokken door WUR).


Deze post is gebaseerd op de Tafelsessie Logistiek in de Circulaire Economie die TKI Dinalog heeft georganiseerd in samenwerking met Wageningen University en PreZero tijdens de Week van de Circulaire Economie 2023 in Zwolle. TKI Dinalog bedankt Iwan te Winkel (PreZero) en Renzo Akkerman (WUR) hartelijk voor hun inzet voor, tijdens en na deze Tafelsessie.