Foto: Husky, via Wikimedia.nl (CC BY 4.0)
Resultaten uit praktijkonderzoek
Het programma Mobiele Werktuigen en Bouwlogistiek heeft sinds juli 2024 grootschalig praktijkdata verzameld bij honderden bouwmachines. De eerste resultaten leveren opmerkelijke inzichten op:
- Brandstofverbruik ligt tot 50% lager dan aangenomen wordt op basis van huidige kengetallen
- Werkelijke draaiuren vallen tot 25% lager uit dan vooraf ingeschat
- Motorbelasting blijft ruim onder de standaard 35%, wat leidt tot significant lagere CO2- en NOx-emissies
Deze bevindingen betekenen dat emissieberekeningen op basis van gemeten verbruik en werkelijke inzet aanzienlijk lagere emissiewaarden kunnen opleveren in vergunningsaanvragen dan berekeningen met standaardkengetallen.
Betere data, betere keuzes
In de bouw worden mobiele werktuigen intensief ingezet. Hun werkelijke NOx-uitstoot kan sterk variëren door verschillen in gebruik, belasting en omstandigheden. Tot nu toe is die uitstoot moeilijk te voorspellen, wat het nemen van gerichte maatregelen bemoeilijkt. Het rapport presenteert een methodiek die met behulp van monitoring en korte emissietesten een realistischer beeld geeft van de daadwerkelijke uitstoot.
Dat maakt het mogelijk om:
- beleid en regelgeving beter te baseren op feitelijke emissies;
- bouwbedrijven te ondersteunen bij de keuze voor de juiste machines en technieken;
- leveranciers inzicht te geven in prestaties van hun materieel;
- sneller en effectiever stappen te zetten richting schoon en emissieloos bouwen.
Technische basis voor metingen
Naast het rapport van Topsector Logistiek werd ook een TNO-rapport over emissiemonitoring voor mobiele werktuigen naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit TNO-onderzoek ontwikkelt de meetmethoden en controletechnieken die essentieel zijn voor betrouwbare emissiebepalingen. Waar TNO de meetinstrumenten ontwikkelt, past Topsector Logistiek deze toe in grootschalige praktijkmetingen bij honderden bouwmachines.
Politieke vervolgstappen
Door de komende verkiezingen is het Tweede Kamer-overleg over de brief verplaatst naar december 2025. Een eventuele parlementaire reactie laat dus nog even op zich wachten, al kunnen via andere kanalen mogelijk eerder reacties komen.