Te weinig chauffeurs voor snelle levering, dure ritten vanwege leeg terugrijden, gedeelde ruimte in een magazijn. Het zijn voorbeelden van kwesties die vooral door samenwerking kunnen worden opgelost. Voor die samenwerking moeten bedrijven echter wel open staan. Om verladers te helpen elkaar te vinden, heeft evofenedex samen met de Universiteit Tilburg een nieuw platform ontwikkeld: Compose.
Het belang van samenwerken is bij veel mensen bekend. Heeft de vervoerder geen lading kunnen vinden voor de terugreis van de truck? De kosten worden doorberekend. Een tijdelijke opslag nodig? Lastige kwesties voor verladers. En het is ook nog eens slecht voor het milieu als er extra kilometers worden gereden met bijbehorende uitstoot van CO2 en stikstof.
Dat kan veranderen als bedrijven samenwerken. Samen met de Tilburg University heeft verladersorganisatie evofenedex een platform ontwikkeld om die strategische samenwerking te ondersteunen. Via dat platform, Compose, kunnen bedrijven op zoek naar een geschikte partner. Eerst met behulp van een formulier op internet en als een mogelijke samenwerkingspartneris gevonden, kunnen de bedrijven geholpen door de adviseurs van Compose verder kijken of gezamenlijke afspraken over vervoer of opslag kunnen worden gemaakt.
Analyseren
Twee bedrijven die een dergelijk traject zijn gestart zijn Smurfit Kappa en Rockwool, beide met vestigingen in onder meer Roermond. Chris Fleuren van Smurfit Kappa – een Ierse multinational in verpakkingsmateriaal, van het ophalen van oud papier tot aan het maken van verpakkingsmateriaal – noemt de gesprekken met potentiële partner Rockwool, de fabrikant van
steenwol voor isolatie in de bouw, in Roermond, ‘een interessant project’. “Wij staan open voor nieuwe samenwerking met het oog op de CO2-uitstoot”, vertelt Fleuren, manager logistics
Benelux-Scandinavië en Engeland. “Daarbij hebben we aan de start van dat proces besloten niet te diep in details te gaan. Eerst het totale pakket van beide partijen analyseren en dan pas dieper erin duiken. Uiteraard waren we op de hoogte van het feit dat Rockwool gebruikmaakt van ander transport, het gaat bij hun producten vooral om volume. Voor Smurfit Kappa, dat in heel Europa actief is, is het van belang zo dicht mogelijk tegen het maximaal toegestane totaalgewicht aan te zitten.” Ter verduidelijking: de recyclingafdeling, waar Chris Fleuren werkt, is verantwoordelijk voor het aanleveren van oud papier aan de eigen fabrieken. Bij die fabrieken worden rollen papier geproduceerd waarvan vervolgens verpakkingsmateriaal wordt gemaakt. Dat betekent veel vervoer van zware vracht voor het bedrijf. “Het is helaas uiteindelijk niets geworden met Rockwool”, aldus Fleuren. “Maar het heeft ons weer wat meer inzichten gegeven voor verbeteringen binnen Smurfit Kappa zelf. Het blijkt dat we nog voldoende mogelijkheden hebben om CO2-uitstoot te verminderen. Deze uitstoot blijft prioriteit hebben bij Smurfit Kappa en we zullen die, samen met vervoerders en eventueel met andere bedrijven, altijd proberen te verlagen”, aldus Fleuren.
Gewicht en volume
Rick Beurskens, logistiek manager van de Benelux-vestiging van Rockwool, erkent dat er een verschil in de manier van transport is met Smurfit Kappa: “Het is het verschil tussen gewicht en volume. Wij werken met volumecombi’s en lzv’s om ons te verzekeren van een zo efficiënt mogelijk vervoer. Bij Rockwool hebben we het vaak over duurzaamheid, zowel bij de productie als in de logistiek. En bij zo’n honderdvijftig ritten per dag met gemiddeld 25 procent aan lege kilometers op de terugweg, heb je het over veel CO2-uitstoot en natuurlijk ook over kosten. Maar onze drijfveer is in eerste instantie het verminderen van de uitstoot. Wij hebben via Compose naar synergie gezocht en zijn bij
Smurfit Kappa uitgekomen. Dat bedrijf heeft immers heel veel inkomend vervoer, het oude papier, en wij hebben juist veel uitgaand verkeer, onze steenwolproducten. De vraag was dus of we dat niet zouden kunnen combineren.”
De bedrijven hebben een shortlist gemaakt met tien mogelijke routes. Daarna is er gekeken naar verdere criteria, zoals materieel, laadgewicht, contractuele verplichtingen en tijdvensters en uiteindelijk bleek er één route over te blijven waar het zou kunnen. “Dat leverde wel een besparing op, maar we hebben samen met Smurfit Kappa besloten dat het niet toereikend was om dit organisatorisch in te richten in combinatie met het toekomstpotentieel”, aldus Beurskens.
“De gedachte achter Compose van het delen van data blijft goed”, concludeert hij. “Er is volgens mij veel synergie te halen bij de samenwerking. Al is er nog steeds veel terughoudendheid om tegenover elkaar open kaart te spelen. Voor samenwerking is het belangrijk dat Compose een onafhankelijke partij is.”