Zijn we klaar voor de zero-emissiezones van 2025? Dat was de vraag aan het publiek waarmee het Congres Zero-emissie Stadslogistiek op 7 juni aftrapte, een event waar Topsector Logistiek als kennispartner bij was aangesloten.
Slechts een paar mensen van de 170 deelnemers in de zaal staan op om een volmondig ‘ja’ te kunnen geven. De rest van de deelnemers kunnen niet wachten tot er praktische handvatten gedeeld worden. Veel van de informatie is bevestigend voor wat we al weten: de wet- en regelgeving geeft uitdagingen, er staan forse investeringen voor de deur en de huidige laadinfrastructuur is verre van toereikend. Het goede nieuws is dat er wél veel mogelijkheden zijn, aan de hand van voorbeelden uit de praktijk:
- Het verminderen van verkeersstromen is de sleutel tot zero-emissie ambities
Alex van Breedam van TRI-VISOR zegt dat we eerst moeten focussen op het reduceren van transportstromen, voordat we de zero-emissie zones kunnen realiseren. ‘Hubs’ zijn het buzzword van de dag, maar gaan zeker niet alle problemen oplossen, zoals de toename van congestie.
Alex zegt: “Maak de hubs een open systeem, toegankelijk voor iedereen. De consolidatie moet op elk niveau plaatsvinden om schaalvoordeel te behalen en écht verschil te maken, anders is het modderen in de marge.” Hij deelt verschillende inzichten uit het ‘The Urban Framework’ voor de supply chains in de logistiek, waarin geoptimaliseerde processen en afspraken verankerd zijn.
Hans Quak van TNO pleit voor ontkoppeling van stromen binnen en buiten de stad: “De last mile is in feite waar we over praten bij het zero emissiestuk. Hubs zijn daar een mogelijke oplossing voor, maar er is niet één soort hub en het gaat niet alles afvangen. We moeten omdenken. De potentie van hubs kunnen we beter benutten als we andere afwegingen gaan maken en de randvoorwaarden aanpassen. Investeren in je vloot is iets anders dan slim samenwerken. Alleen samen kunnen we aan de stad van de toekomst bouwen.”
- Er is geen ‘one size fits all’ – maar met maatwerk is wel veel mogelijk
Uit een voorbeeld van Breytner, toegelicht Marie-Jose Baartmans, blijkt door Intrinsieke motivatie en pioniersdrang bij ondernemers sterk helpt bij het realiseren van duurzame ambities. Ze heeft het voorbeeld van Innocent, een Nederlandse producent van gezonde drankjes, die een belangrijke logistieke stroom van hun sinaasappelsap volledig heeft verduurzaamd naar een zero emissie supply chain, aansluitend bij het DNA van het merk als wereldverbeteraar. Dit deden ze door een eigen fabriek te bouwen in de Rotterdamse havens, waar de stromen vanaf schepen met een barge naar de fabriek worden gebracht. In de toekomst wellicht zelfs mét een eigen aanmeerpunt voor de vloot.
“Je moet transparant zijn over de vuistregel dat de transportkosten ongeveer gaan verdubbelen, maar daarna kun je ook een doorkijk geven naar opschaling. Wie energie goed regelt, heeft de markt in handen.” Marie-Jose geeft ook advies mee over het versnellen van de keuzes en bij wie je dan eerst moet zijn: “besluitvorming over zero-emissiezones zit bij duurzaamheidsmanagers en het CSR beleid, dan pas bij de inkoop. Soms moet je bij tenders meedingen om te kunnen blijven concurreren. Doe het vanuit een strategische basis.”
Ook als het gaat om de technische mogelijkheden is er niet één oplossing voor alle dienstverleners of leveranciers aanwezig. Zo verschillen de laadvraag en de tijdstippen enorm per ondernemer. Elektrisch vervoer met accu blijkt op korte afstanden perfect, terwijl voor langere afstanden andere opties overwogen dienen te worden, zoals binnenvaart of waterstoftanks.
Voor transporteurs en eigen vervoerders die overwegen om te investeren in elektrische bestelauto’s en vrachtwagens speelt de uiteindelijke Total Cost of Ownership (TCO) een grote rol. Het uitvoeren van een deugdelijke TCO-berekening voor dit soort voertuigen is echter nogal verschillend en vaak complexer.
Het onderzoek van FIER i.s.m. Topsector Logistiek geeft antwoorden op verschillende vragen als; Hoe kunnen transporteurs hun werk doen met elektrische voertuigen die regelmatig opgeladen moeten worden? Welke aanpak geeft de laagste kostprijs? Waar, wanneer en hoe snel gaan bestelwagens en vrachtwagens laden?
- Van samenwerken pluk je de vruchten, maar begin wel NU
“Er ontstaat een ongelijk speelveld voor ondernemers. Jullie zullen moeten samenwerken door capaciteit, data en kennis te delen.” Is de boodschap van Walther Ploos van Amstel van Hogeschool van Amsterdam.
Een advies wat dan ook vaker genoemd wordt gedurende de dag is: scan je pakket van klanten, je actieradius, samenstelling van diensten of producten en kijk welke partijen interessant zijn om mee samen te werken. Maar begin wel vandaag en niet morgen. Start het gesprek met je netbeheerder, ga met je klanten om tafel. Iedereen is erbij gebaat om vaart te gaan maken. Begin met een eerste pilot en test van 1 a 2 voertuigen en rol zo verder uit!
Ook het verhaal van Bart Banning van ABN AMRO sluit hierop aan: “De schaarste van ruimte dwingt ons tot het delen van stadshubs. Het bemoeilijkende is: tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door, ofwel we moeten stappen zetten terwijl de business doorgaat.”
We horen uit het rapport ‘Schaarse ruimte dwingt tot delen van stadshubs’ verschillende perspectieven: van gemeentes, vervoerders, verladers en netbeheerders. Er is steeds beter inzicht in de drempels en afwegingen van de verschillende stakeholders en we kunnen daar gezamenlijk beter op inspelen.
- Business case bouwen door omdenken
De beste voorspeller van de toekomst is het huidige gedrag, aldus Marjolein van der Stok van &Morgen. Zij denkt dat de menselijke factor onderbelicht is in de transitie. “Sluit aan bij wat nu al goed gaat. Biedt bijvoorbeeld handvatten om planners deze puzzel te helpen oplossen, waarbij autonomie centraal staat en leer ook van dingen die minder goed gaan.”
Robert van den Hoed van NKL Nederland neemt ons mee in zijn research naar de hotspots van de laadinfrastructuur. De onderzoeksrapporten van NKL geven handige vuistregels en antwoorden op vragen zoals: op welke bedrijventerreinen doet het zeer? Of: wanneer moet ik gaan investeren in mijn laadinfrastructuur? Hij benoemt een onderbelichte mogelijkheid de ‘ongegegarandeerde aansluiting’ om slimmer te gaan laden op andere momenten, bijvoorbeeld in de avond wanneer parkeerplekken leeg zijn “het is nu wettelijk niet mogelijk vanwege tijdgebonden contracten, maar ik zie er veel potentie in.”
Andere oplossingen die werden genoemd is om vaker met lockers voor pakketafleveringen te werken en het dakenpotentieel voor zonnepanelen wat nu op bedrijventerreinen nog onbenut blijft, wat tot wel 80% van de laadcapaciteit kan zorgen, volgens Rob Koppejan van Amsterdam Logistics. Verder deelt hij ook voorbeelden van de ontwikkelingen naar micro-grids in de stad die de infrastructuur drastisch zullen verbeteren. Laden bij je klant wordt dan ineens ook mogelijk.
Ondernemers maar vooral kleine ondernemers zullen anders moeten denken om te overleven, nieuwe business modellen moeten aanboren of zelfs diensten of producten gaan afstoten om de zero-emissie toekomt te halen.
Bart Banning van ABN AMRO pleit voor strategisch vlootmanagement, maar noemt ook mogelijkheden voor het (tijdelijk) aanpassen of verruimen van wetgeving om de pioniersgeest van ondernemers aan te wakkeren. “Voorlopers lopen tegen oude regelgeving aan, er moet meer ruimte komen voor dit soort initiatieven.”
Moeten we ons gaan specialiseren of juist meer samenwerken? Uit oog van concurrentie lijkt dat de bereidheid om data te delen of samenwerking er niet altijd is en dat het besef iedereen water bij de wijn moet doen.
Pieter Jan Stadt noemt vanuit zijn eigen business case dat de fijnmazigheid van zero emissies zelfs tot op postcodes verdeeld zouden kunnen worden, maar dat hangt sterkt af van welke business. Ook in Scandinavië, waar men niet gebonden is aan Europese wetgeving, worden zones verdeeld onder verschillende partijen als oplossing voor het terugdringen van logistieke stromen. Gegroepeerde hubs zouden uitkomst kunnen bieden. - Human capital als vliegwiel voor digitale kennis
De honger naar praktische handvatten en afwegingen voor het maken van strategische keuzes blijkt een belangrijk thema van de dag. ‘Energiemanagement’ is dus een nieuwe competentie voor human capital.
Kennis van de laadinfrastructuur, de R&D voor nieuwe technologie en kennis van wetgeving is zeker belangrijk, maar de mensen die het uiteindelijk moeten doen, zoals de planners en de chauffeurs, moeten de mogelijkheden kennen.
“We moeten in Nederland een inhaalslag maken met digitalisering. We hebben in Nederland een opleiding voor digital transport planner,” zegt Walther Ploos van Amstel.
De belangrijkste les van de dag? Technologisch gezien zijn we klaar voor, maar de belangrijkste stappen moeten we nog zetten. Daar kunnen we niet mee wachten. De voertuigstrategie, de personeelsvraagstukken, de laadinfrastructuur, dynamische planning én de financiering van de vloot zijn allemaal zaken waar we onze hersenen over moeten kraken. Maar het talent van planning, de creatieve pioniersgeest, die bezitten we al. Nu nog de samenwerking en de schouders eronder!