Neveneffecten ZE-materieel
Naar aanleiding van het Klimaatakkoord, het Schone Lucht Akkoord en de structurele aanpak stikstof hebben de bouwsector en overheden samen de routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen opgesteld en afgesproken de uitstoot van stikstof, CO2 en fijnstof stapsgewijs terug te dringen. Topsector Logistiek levert daar een bijdrage aan en werkt door middel van Kennis, Opschaling en Praktijkervaring (KOP) aan innovatie en verduurzaming van de bouwsector. Onder KOP zijn vier programmalijnen benoemd (EACH), waarbij de letters uit ‘EACH’ staan voor alle activiteiten die in het kader van het programma Mobiele Werktuigen en Bouwlogistiek worden uitgevoerd. “De projecten die ik doe, draaien om Elektrificatie en energielogistiek”, vertelt Sjoerd. “Enerzijds gaat het om de neveneffecten de inzet van ZE-materieel. Welk effect heeft die op energielogistiek en op geld, tijd, organisatie, kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid? En anderzijds: hoe ziet optimale energielogistiek voor een bouwplaats eruit?”
“Om te kunnen blijven bouwen, moet de stikstofuitstoot omlaag. Bouwers voelen de noodzaak om ermee aan de slag te gaan en doen dat ook, maar alles is nieuw en onbekend. Daar willen we de komende tijd verandering in brengen. Ons doel is om een integrale aanpak te ontwikkelen om ZE-materieel efficiënt in te zetten. Daarnaast vraagt ook de netcongestie om flexibele oplossingen, dus is het zaak inzicht te krijgen in de toepassings- en opschalingsmogelijkheden van energielogistiek op een ZE-bouwplaats.”
Het Kennis- en Opschalingsprogramma (KOP) valt onder de paraplu Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Een van de programma’s onder KOP heet: Mobiele Werktuigen en Bouwlogistiek. TKI Dinalog is hierbij verantwoordelijk voor het onderzoek, terwijl Connekt/Topsector Logistiek de implementatie en opschaling verzorgt.
Testen en toetsen in Living Labs
Sjoerd: “Om dat te realiseren gaan we op verschillende bouwplaatsen aan de slag, in vijf zogenaamde Living Labs. Elektrificatie en energielogistiek is er een van. Hier testen en toetsen we alles in de praktijk, om inzicht te krijgen in de effecten en problematiek. In de do’s en don’ts. En in hoe je dat op de bouwplaats efficiënt kan inrichten. Daarna worden de opgedane kennis en bewezen innovaties opgeschaald en beschikbaar gesteld voor alle betrokkenen in de bouw.
Het is belangrijk om ZE-materieel in echte projecten te monitoren. Om te meten hoeveel een machine daadwerkelijk verbruikt bij bepaalde werkzaamheden en kwalitatieve gegevens op te halen. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan bij het festival Into the Great Wide Open, waar we de inzet van elektrisch materieel voor op- en afbouw van het festival, een tijdelijke bouwplaats, monitorden.
Op basis van de monitoring kunnen we in de toekomst voorspellingen doen. Bovendien kunnen we dan de effecten van ZE- en verbrandingsmotoren met elkaar vergelijken. Want wat is de uitstootimpact van ZE-materieel als je werkt met accupakketten en deze met dieselvrachtwagens heen en weer rijdt? We willen ook inzicht krijgen in welke laadinfrastructuur in welke situatie wenselijk is. En wat de kosten zijn. Daarnaast willen we bovendien nieuwe technieken en technologieën op dit gebied toetsen en testen”
Profijt voor hele bouwsector
“Het is belangrijk dat we dit oppakken, omdat we de doelstellingen voor het klimaat alleen gezamenlijk kunnen behalen. Grote partijen hebben tegenwoordig vaak een duurzaamheidsmanager in dienst die ze ondersteunt bij de energietransitie, maar voor kleinere bedrijven is dat niet haalbaar. In deze projecten werken we daarom in eerste instantie veelal met grote bouwers samen, maar we willen de hele sector – in Nederland én in de rest van de wereld – laten profiteren van de kennis die we hier opdoen door schaalbare oplossingen te maken Uiteindelijk is ZE niet de enige oplossing. We moeten ook kijken hoe we op een andere manier moeten gaan werken en bouwen door het aantal vervoersbewegingen te verminderen of te veranderen, bijvoorbeeld met circulair of prefab bouwen.”
De wereld beter achterlaten
“Ik heb een persoonlijke drive om met verduurzaming bezig te zijn. Ik heb zelf drie jonge kinderen en wil de wereld straks beter achterlaten. Daarvoor moeten we wel eerst de randvoorwaarden voor transities oplossen, anders gaan we het niet redden. Hoe meer we dus bijvoorbeeld weten over de mogelijkheden en onmogelijkheden van ZE-materieel en energielogistiek, hoe beter. Dat zijn projecten die me energie geven en waar ik blij van word. Ik zou het geweldig vinden als laadinfrastructuur voor de bouw straks geen beperking meer is voor de transitie naar uitstootvrij en we onze doelen qua uitstootreductie behalen. Dan is zo’n betere wereld weer een stapje dichterbij.”
Meedoen?
Wil jij met je bedrijf meedoen aan een van de projecten die hierboven beschreven staan of wil je er meer over weten? Neem dan contact op met Sjoerd: Sjoerd.Jongsma@topsectorlogistiek.nl.
Sjoerd Jongsma is senior adviseur bij TwynstraGudde en werkt vanuit die positie als projectleider bij de Topsector Logistiek.