Interview met Albert Veenstra van Dinalog
Binnen het Topconsortium Kennis en Innovatie Logistiek (TKI Logistiek) jagen Dinalog, NWO en TNO gezamenlijk de innovatie in de topsector Logistiek aan. Inmiddels zijn twintig innovatieve projecten gestart, die voortbouwen op de wetenschappelijke inzichten van het kennisinstituut Dinalog, waar vernieuwende logistieke concepten al sinds 2010 worden onderzocht. Albert Veenstra, wetenschappelijk directeur van Dinalog, vertelt welke inzichten er zijn opgedaan en waarop het Topconsortium de komende jaren zal focussen.
Dinalog is binnen het TKI Logistiek betrokken bij vijf roadmaps: synchromodaliteit, Service Logistiek, Cross-Chain Control Centers (4C), Supply Chain Finance en Trade Facilitation. Op al die gebieden heeft Dinalog sinds 2010 onderzoeksprojecten geïnitieerd die inzichten en resultaten hebben opgeleverd. ‘Een grote uitdaging voor de logistieke sector is het overstappen van vervoer per weg naar water en spoor’, zegt Albert Veenstra. ‘Synchromodaliteit levert meer flexibiliteit en lagere transportkosten op, maar ook een gunstige impact op duurzaamheid en de drukte op de wegen. Om dit tot een succes te maken, moeten we een aantal knelpunten oplossen. Zo zijn verladers nog terughoudend als het gaat om nieuwe multimodale vervoersoplossingen. In het NWO project Integrated Synchromodal Transport System Analysis (ISOLA) proberen we hierin meer inzicht te krijgen. Verladers willen op tijd leveren aan hun klanten en wensen zekerheid over de capaciteit en beschikbaarheid van modaliteiten en het kostenplaatje. Om verladers over de streep te trekken moeten we informatiediensten en tools ontwikkelen, waarmee we die zekerheid bieden.’
Synchromodaal logistiek serviceplatform
Beschikbaarheid van betrouwbare logistieke data is dus een voorwaarde. Maar hoe geven we dat het beste vorm? ‘Dat onderzoeken we bijvoorbeeld in het project SynchromodalIT, dat in september 2009 is opgestart door Dinalog’, vertelt Veenstra. ‘Hoe kunnen we via een geïntegreerd synchromodaal logistiek serviceplatform een flexibele keuze tussen beschikbare modaliteiten mogelijk maken en deze modaliteiten ook real-time inzetbaar maken? Daarbij moeten we met veel zaken rekening houden. Zoals bijvoorbeeld de juridische wet- en regelgeving voor transport, die het lastig maakt om snel en efficiënt een vracht van een truck over te hevelen naar een schip. Daarover zijn we in gesprek met het ministerie Infrastructuur en Milieu.’
Regie op Onderhoud
Bij Service Logistiek gaat het om de regie over alle logistieke activiteiten die nodig zijn om apparaten, machines en systemen gedurende hun hele levenscyclus – tot en met hergebruik – optimaal te laten functioneren. ‘De ontwikkelingen binnen de Service Logistiek hebben de laatste jaren een vlucht genomen’, vertelt Veenstra. ‘Dit is te danken aan de sterke community van bedrijven die veel onderzoeksprojecten oppakt. In hightech bedrijven is de Service Logistiek vaak al goed geregeld. De focus ligt nu op het verbreden van de resultaten naar andere sectoren. Een voorbeeld is het project MaSelMa, dat geïntegreerd onderhoud en servicegerichte concepten voor maritieme bedrijfsmiddelen ontwikkelt. Door het verbeteren van de voorspelbaarheid van onderhoud en de service logistieke vraag, kunnen bijvoorbeeld complexe aanleveringen aan schepen en offshore-platforms gebundeld worden.’
Ketenoverstijgend transport
In een Cross Chain Control Center (4C) worden informatiestromen gekoppeld aan goederenstromen met het doel schaalvoordelen te creëren. Veenstra: ‘Een voorbeeld is het project 4C4D: City Distribution, waarin detailhandel en transporteurs slimme concepten ontwerpen om de levering aan verschillende winkels te bundelen. Het project 4C4Chem doet hetzelfde voor de logistieke stromen van verschillende chemische supply chains. Het project 4C in Bouwlogistiek ontwikkelt nieuwe concepten voor ketenregie en distributie voor de bouwsector. We zien succesvolle resultaten, maar wel allemaal binnen één keten (verticaal). Het toepassen van 4C concepten over verschillende ketens heen (horizontaal), komt nog niet van de grond. Jammer, want door gegevens tussen verschillende logistieke ketens uit te wisselen kunnen we de beladingsgraad van voer- en vaartuigen beter benutten en vaker spoor en binnenvaart inzetten als alternatief voor wegvervoer. Ketenoverstijgend transport vraagt om structurele samenwerking tussen verladers en verladers of tussen logistiek dienstverleners. We moeten onderzoeken of we dit kunnen bevorderen door het vormen van neutrale, onafhankelijke partijen, die vraag en aanbod op logistiek gebied bij elkaar brengen.’
Werkkapitaal vrijmaken
Binnen de roadmap Supply Chain Finance wordt de toepasbaarheid van financiële producten in de logistieke sector onderzocht. ‘In de logistiek bestaan veel kleine bedrijven met geringe financiële power die te lijden hebben onder de lange betalingstermijnen in de sector’, legt Veenstra uit. ‘Een project is Expedit Payment, een financieringsvorm waarbij vervoerders sneller worden betaald, zodat het werkkapitaal weer eerder beschikbaar komt voor het bedrijf. Onderzoek vindt onder meer plaats naar de vormen van borgstelling en de fiscale en juridische aspecten. Een ander project is Supplier Finance, gericht op Supply Chain Financing (SCF) oplossingen op basis van het Reverse Factoring (RF) principe voor MKB bedrijven in Nederland. Het project heeft als doel om deze SCF dienst en een online portal te ontwikkelen voor het MKB in Nederland.’
Trade facilitation en douane
De roadmap Trade Facilitation is het meest internationaal en er zijn diverse Europese projecten die voor echte ontwikkeling zorgen, zoals Cassandra en Core. ‘De logistieke koplopers passen al nieuwe concepten toe op het gebied van douane, belastingen, handelswetgeving en compliance. In het tweede echelon van logistieke bedrijfsleven is er echter nog weinig bekendheid met de mogelijkheden’, stelt Veenstra. ‘Binnen het TKI willen we praktische toepassingen voor Nederlandse bedrijven ontwikkelen en deze ook voor de kleinere logistieke bedrijven toegankelijk maken. Met dit doel zijn diverse projecten opgestart, zoals Transinvoice (verminderen van in-efficiencies in het goedkeuringsproces van vrachtkosten en vrachtfacturen) en Promenade(een Control Framework voor Systeemgericht Toezicht dat de toezichtlast voor de traders en dienstverleners rond in- en uitvoer van goederen verminderd). Daarnaast stelt Dinalog vierentwintig Scholarships beschikbaar voor het nieuwe Master in Customs and Supply Chain Compliance programma van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM).’
Benchmark op sectorniveau
‘Er wordt veel nuttig onderzoek gedaan’, concludeert Veenstra, ‘maar we moeten meer programmatisch te werk gaan. De kans is nog te groot dat hetzelfde wiel wordt uitgevonden. De projecten moeten bouwstenen leveren voor een onderzoeksinfrastructuur die beklijft. Ook moeten we stimuleren dat onderzoeksresultaten worden vertaald naar nieuwe toepassingen die vervolgens voor de hele sector, ook voor de kleine bedrijven, toegankelijk worden. Communities spelen hierbij een grote rol, maar ook het TKI Logistiek timmert aan de weg. Een voorbeeld is het monitoren (benchmarken) van het rijgedrag van chauffeurs. Grote logistieke bedrijven realiseren met de data uit hun vrachtverkeer aanzienlijke besparingen, ze hebben zoveel wagens op de weg dat een goede eigen benchmark mogelijk is. Voor de duizenden kleine logistieke bedrijven geldt dit niet, ze hebben wél die data, maar een benchmark op 3 of 4 vier trucks heeft geen zin. Je zou de data van die kleine bedrijven op sectorniveau samen moeten brengen in één benchmark, zodat ook kleine bedrijven hun prestaties kunnen verbeteren.’