Doel
De Topsector Logistiek heeft Management Centrum gevraagd in kaart te brengen hoe deze installatiebedrijven aankijken tegen Zero Emissie zones, hoe zij zich daar op voorbereiden en hoe deze bedrijven werken aan het terugdringen van het aantal gereden kilometers in de stad.
Om met dit onderzoek tot de juiste antwoorden te komen hanteren we de volgende hoofdvraag:
- Hoe kunnen de logistieke structuren en voertuigbewegingen binnen het segment service logistiek zodanig worden geoptimaliseerd dat zij bijdragen aan een reductie van uitstoot en mobiliteit in stedelijke gebieden, en tegelijkertijd de efficiëntie en het serviceniveau voor bewoners en bedrijven behouden blijft?
Inhoud
Onze aanpak bestond uit meerdere fasen, waaronder desk research, interviews met ondernemers en stakeholders, en veldonderzoek in Arnhem. We analyseerden servicebedrijven die zich bezighouden met installaties, onderhoud en storingsoplossingen in stedelijke gebieden.
We richtten ons specifiek op:
- De installatiemarkt en specifiek de servicemarkt: hoe groot is deze markt, hoeveel monteurs en hoeveel wordt er gereden?
- Bedrijfskosten en investeringen: De impact van vervoerskosten en de kosten van elektrificatie wagenpark.
- Operationele efficiëntie: Welke technologische en organisatorische verbeteringen zijn mogelijk.
- Samenwerking in de keten: Hoe fabrikanten, groothandels en servicebedrijven beter kunnen samenwerken.
Resultaat
Dit rapport is enerzijds geschreven voor de installatiebranche zelf; we willen installateurs handvatten geven om hun bedrijfsvoering te optimaliseren, terwijl ze bijdragen aan het reduceren van de uitstoot in steden. Anderzijds is dit rapport bedoeld om beleidsmakers inzicht te geven in de denk- en werkwijze van Nederlandse installateurs.
Conclusies
Transitie naar ZE-zones en elektrificatie wagenpark:
- Het overgrote deel van de service installatiebedrijven is vanaf 2024 serieus begonnen met het emissieloos maken van het wagenpark.
- Installateurs zijn voorbereid op werken in ZE-zones.
- De impact van servicelogistiek op de stad is beperkt.
- De directe impact van het vervoer op bedrijfskosten is klein (5%).
- Grote bedrijven zijn beter voorbereid op de transitie dan kleinere spelers, vanwege meer middelen en strategische planning. CSRD is een belangrijke drijver.
Type bedrijven:
- Koplopers investeren in verduurzaming en samenwerking.
- Berekenende ondernemers wachten betere technologie af, maar bereiden zich voor.
- Achterblijvers hebben moeite met investeringen en regelgeving door beperkte middelen en kennis.
Arbeidsproductiviteit:
- Loonkosten maken 82% van de bedrijfskosten uit, waardoor optimalisatie van arbeid en logistiek cruciaal is.
- Technologie zoals monitoring, kunstmatige intelligentie (AI) en slimme planningssoftware biedt kansen om kilometers en kosten te reduceren.
Monteurs:
- Monteurs zijn belangrijk in de transitie, maar de overstap naar emissievrije voertuigen en logistieke optimalisatie vereist betrokkenheid en begeleiding.
- De diversiteit in houding en vaardigheden vraagt om maatwerk in beleid en planning.
Samenwerking in de keten:
Efficiëntieverbeteringen door samenwerking met groothandels, fabrikanten en klanten zijn belangrijk in de omschakeling naar emissieloze logistiek. Dit omvat standaardisatie van materialen en integratie van monitoring en preventief onderhoud.