Doel van het project
Nederland staat voor een aanzienlijke vergroeningsopgave. Ook de binnenvaart staat voor de opgave om te vergroenen richting (bijna) zero-emissie vervoer. De binnenvaart kenmerkt zich door een diverse markt (met verschillende deelmarkten) waarin veel kleine ondernemingen actief zijn die vaak één schip (of koppelverband) beheren. Nederlandse schepen hebben in de Europese binnenvaart een groot marktaandeel, in het bijzonder bij de grotere schepen. Er is sprake van (interne) concurrentie in de binnenvaartsector waardoor onder normale economische omstandigheden er vrijwel continu druk is op de vrachtprijzen. Uitzondering hierop zijn periodes van laag water waar tarieven voor schepen hoger liggen. Het absorberen van de stap naar zero-emissie vervoer, en de daarmee gepaard gaande extra kosten, is voor binnenvaartondernemers moeilijk op te vangen omdat onvoldoende eigen vermogen is opgebouwd om te investeren, de extra kosten niet kunnen worden terugverdiend en daardoor de bancaire financiering moeilijk te verkrijgen is.
Om deze reden heeft de Topsector Logistiek laten onderzoeken of er financiële ruimte is binnen de waardeketen om de transitie in te zetten. Daarbij staat de volgende vraag centraal: Hoe is zero emissie binnenvaart in 2050 te realiseren met behoud van de concurrentiepositie van de binnenvaart?
Inhoud van het project
Het is daarbij belangrijk om te realiseren dat “de binnenvaart” bestaat uit een aantal deelmarkten, die elk hun eigen specifieke eigenschappen hebben en die (in verschillende mate) onafhankelijk van elkaar opereren. In dit onderzoek beschouwen we de volgende deelmarkten:
- Eetbare oliën
- Containers
- Zand en grind
- Agribulk (opgedeeld in drie submarkten)
- Kolen
- Ertsen
- Minerale producten
- Poeders
Er is gekozen voor deze deelmarkten om dat ze gezamenlijk het grootste deel van de binnenvaart afdekken, qua vervoersvolume. Bij elk van deze deelmarkten wordt de relatie tussen de verschillende spelers in de deelmarkt in kaart gebracht. Daarbij besteden we aandacht aan (1) hoe de waardeketen eruit ziet en hoe deze georganiseerd is, (2) kosten en financiële ruimtes voor verschillende spelers in de keten, (3) vervoerskosten ten opzichte van de waarde van het vervoerde product, vervoerskosten ten opzichte van andere modaliteiten en fluctuaties van de vervoerskosten over de tijd.
Per deelmarkt trekken we vervolgens conclusies over het mogelijke handelingsperspectief om te vergroenen en wat de effecten daarvan zijn op de concurrentiepositie. Kijkend vanuit mogelijke aangrijpingspunten voor vergroening gaan we na waar kansen liggen voor vergroening. Welke spelers in de keten zijn daarbij cruciaal? Ook gaan we nader in op “koplopers”: partijen die het voortouw nemen of genomen hebben bij de vergroening in de binnenvaart.
Resultaat van het project
Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat er kansen liggen voor zero-emissie binnenvaart, met behoud van de concurrentiepositie. Deze zijn echter niet gelijk verdeeld over alle deelmarkten. Uiteindelijk moeten de investeringsbeslissingen genomen door de ondernemers in een nauwe samenwerking binnen de waardeketen. Hierbij is een basis bestaande uit de juiste randvoorwaarden (e.g., financieel, regelgeving, human capital) en perspectief voor ondernemerschap essentieel. De huidige marktstructuur met vele micro-bedrijven vraagt veel van deze partijen om deze samenwerkingen vorm te geven. Koplopers zoals Future Proof Shipping, die al investeren in duurzame oplossingen, en grotere partijen zijn beter in staat om met name de financieringsrisico’s bij de overgang richting zero-emissie transport te dragen. Ook beleidsmaatregelen kunnen zorgen dat de kostenverschillen kleiner worden of dat een aparte markt ontstaat voor zero-emissie schepen.
De onderlinge concurrentie in de binnenvaart en haar deelmarkten is een kernbarrière voor verduurzaming. Meerkosten van duurzaamheid ten opzichte van concurrenten in dezelfde deelmarkt wordt als direct risico gezien voor het nemen van investeringen richting zero-emissie binnenvaart.