Monitoren met sensoren
In het kader van Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) bracht de Topsector Logistiek tijdens een eerder project al meetgegevens van honderden machines op diverse bouwlocaties in kaart. Inmiddels wordt een doorstart gemaakt, vertelde relatiebeheerder Richard Mulders in een eerder artikel . In diverse Living Labs worden mobiele werktuigen met sensoren uitgerust, die continu alle activiteiten monitoren, controleren en analyseren. De resultaten van die sensoren worden continu met elkaar vergeleken, om zo te achterhalen wat de onderlinge effecten zijn. Dat geeft exacte inzichten in bijvoorbeeld brandstofverbruik, draaiuren, Adblue en uitstoot. TNO valideert de uiteindelijke data en meetresultaten, waardoor bedrijven op termijn bewuste keuzes kunnen maken over de inzet van mobiele werktuigen, gebaseerd op de werkelijke uitstoot. Reden genoeg voor transport- en aannemersbedrijf Van Boxtel Groep om deel te nemen aan een Living Lab.
Bedrijfsvoering op basis van aannames
“Duurzaamheid is een onderwerp waar heel veel over gesproken wordt,” stelt Hein van Boxtel, eigenaar van Van Boxtel Groep, “maar voor ons gaat het vooral om duurzaam dóen. We zitten als sector midden in een van de grootste omwentelingen die we ooit gekend hebben, met de transitie naar andere dan fossiele brandstoffen. Veel van onze machines en voertuigen gebruiken nog diesel en die zorgen natuurlijk voor uitstoot. Het dieselverbruik is echt een fundamenteel onderdeel van onze bedrijfsvoering, maar toch moeten we beslissingen over de uitstoot momenteel nemen op basis van aannames. Ik wil de bedrijfsvoering niet op z’n kop gaan zetten op basis van aannames en dus moeten we die uitstoot gaan meten. Dat was voor mij aanleiding om mee te doen aan het meetprogramma van de Topsector Logistiek.”
Uitstoot bij stationair draaien
“Veel van onze trucks zijn voorzien van autolaadkranen voor laden, lossen en hijswerk op locatie. We willen vooral inzicht krijgen in de uitstoot van die trucks op het moment dat ze stilstaan en stationair draaien: dat is een derde tot de helft van de tijd. Dat is substantieel, maar er is op dat vlak nog weinig bekend over de uitstoot. Dat is onontgonnen gebied. Een externe partij heeft daarom modules op tien van onze trucks gemonteerd en sensoren in de uitlaat geplaatst om hier inzicht in te krijgen. Dat ging niet helemaal van een leien dakje, want een aantal trucks startte vervolgens niet. Omdat ze bedrijfsvoering verstoorden, hebben we bij die trucks de bedrading van de modules doorgeknipt. Zo’n voorval maakt het een uitdaging om medewerkers betrokken te houden, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt.”
Orvo Pels, die dit project als projectmanager begeleidt namens de Topsector Logistiek: “In de Living Labs leren we in de praktijk. Dat is soms een kwestie van vallen en opstaan, want er gaat wel eens iets fout. Helaas was dat ook bij Van Boxtel het geval. Het blijft altijd vervelend, maar het blijkt een menselijke fout bij de installatie, die we in de toekomst gelukkig kunnen voorkomen.”
Onderbouwde keuzes maken
Hein: “De transitie en de verplichte CO2-reductie zet de bedrijfsvoering de komende tijd volledig op z’n kop. In de loop van dit jaar worden onze eerste elektrische voertuigen geleverd, de stoomaansluiting is geregeld, we hebben een energiemanagementsysteem. Het is draai van 180 graden ten opzichte van de traditionele bedrijfsvoering en vergt flinke investeringen, dus ik wil doordachte en onderbouwde keuzes kunnen maken. Inzicht in de daadwerkelijke uitstoot van trucks helpt daarbij. Maar een bouwhub is bijvoorbeeld ook een optie om uitstoot te reduceren.
We blijven zoeken naar een weg naar de toekomst, maar de bandbreedte van de variabelen die de toekomst bepalen is zo groot, dat het lastig is doelen op de lange termijn te stellen. Zeker als bedrijf in het mkb.”
Transitietijd efficiënt plannen
“Je hebt in deze transitie te maken met technologische ontwikkelingen die heel hard gaan en ook met regelgeving. Op basis daarvan moet je bepalen op welk moment je instapt. Dat is een beetje het ‘spelletje’ dat je moet spelen. Ik krijg nu elektrische voertuigen waarmee we ons werk zonder beperkingen kunnen doen, maar als ik anderhalf jaar geleden was ingestapt, met de technologie van toen, had ik een wagen met meer beperkingen gehad.
Andere bedrijven kijken het misschien langer aan en wachten de ontwikkelingen af. Die krijgen wellicht wagens met nog betere technologie en profiteren van een lagere aanschafprijs. Tegelijkertijd zijn opdrachtgevers tegen die tijd misschien ook meer gewend aan het idee dat het anders moet en meer bereid mee te bewegen. Maar dan moet je die tijd als bedrijf wel kunnen uitzitten: dat is ook een risico. Die transitietijd moeten we dus wel heel efficiënt plannen.”
Vechten tegen remmende voorsprong
“Investeren in elektrische machines levert niet direct geld op,” aldus Hein, “maar je moet proberen die investering zo goed mogelijk te laten renderen, door er zoveel mogelijk van te leren. Partijen die achteroverleunen en afwachten, leren natuurlijk net zo goed van jouw investering en voorsprong. Het is lastig: je bent eigenlijk continu aan het vechten tegen de remmende voorsprong.
We gaan de toekomst in en proberen dat toekomstbestendig en duurzaam te doen. Ik durf niet toe te zeggen dat ons wagenpark in 2035 voor 50% elektrisch is, daarvoor zijn de variabelen in de formule te onzeker. Maar ik ga wél door met zoeken naar de weg. Dat is de toekomst: laveren binnen de bandbreedtes.” Lachend: “Intern noemen we dat: vooruitstruikelen.”
Meedoen? Wil jij ook met je bedrijf meedoen aan ‘Meten aan de pijp’ of wil je er meer over weten? Neem dan contact op met info@topsectorlogistiek.nl.