Er zijn historisch allerlei manieren bedacht om in een distributie-rit de uitstoot van de rit toe te rekenen aan elke individuele zending. Aan het begin van de rit is het voertuig vol en aan het eind leeg, dus hoe bepaal je dan de uitstoot per “drop”? Op basis van de gereden of geplande afstand? Of juist de vogelvluchtafstand of de kortst mogelijke afstand?
Analyse vier afstandsmaatstaven
In opdracht van de Topsector Logistiek heeft TNO vier afstandsmaatstaven, namelijk de vogelvluchtafstand (GCD), de werkelijk gereden afstand (ADD), de geplande afstand (PD) en de kortst haalbare afstand (SFD) beoordeeld op 8 criteria. Criteria zijn bijvoorbeeld het gemak om de data te verzamelen, of de resultaten commercieel gevoelig zijn en of een accountant ze makkelijk kan controleren.
In dit rapport vindt u een samenvatting van deze analyse. De conclusie is dat als bekend is hoeveel brandstof er verbruikt is in een rit, de vogelvluchtafstand de beste maat is om de uitstoot te verdelen over de zendingen.
Voor gedetailleerde informatie kunt u ook het volledige rapport bekijken.